vrijdag 11 november 2011

Edwards daagt de rechters uit in de zaak Ingabire

Op 10 november is de zaak Ingabire weer hervat. Om acht uur waren ze allemaal weer aanwezig. De vijf verdachten zitten op hun stoelen, vlak achter hun drie advocaten. De drie aanklagers zitten achter hun door USAID gesponsorde bureaus. Ian Edwards staat in de startblokken om zijn 76 vragen te gaan stellen. De collega van Edwards komt binnen, er zit een grote witte vlek op zijn zwarte toga, het lijkt wel vogelpoep. Nicholas zit ook op zijn vertrouwde plek, helemaal links vooraan. Uit een zijkamertje komt een jongen binnen met een grote verhuisdoos die van ellende uit elkaar aan het vallen is. Hierin zitten alle wetboeken en andere documenten van de rechters. Ze worden netjes neergezet op hun bureau, in afwachting van hun komst.

Ik vraag aan Nicholas hoe het zit met de drie documenten die nog uit Nederland moeten komen. In een uitspraak van de rechter vorige week is bepaald dat Nederland drie documenten mag overhandigen aan de rechtbank in Rwanda. Nicolas legt uit dat zodra deze documenten binnen zijn gekomen het proces stilgelegd gaat worden om de aanklagers de gelegenheid te geven om dit bewijs in te voegen in het dossier. Dat zou nog voor een behoorlijke vertraging kunnen zorgen. Ik ben benieuwd hoe snel Nederland ook daadwerkelijk tot overhandiging van de documenten overgaat. Bij de aanklagers zie ik het document liggen dat vorige week is binnengebracht en waarvan ik vermoed dat het van de Nederlandse ambassade afkomstig was. Nicholas bevestigt mij dat dit inderdaad het geval is, maar dat dit bericht geen bijzonderheden bevat.

Dan komen de rechters binnen, iedereen gaat even staan om de rechters de gelegenheid te geven om te gaan zitten. De aanklagers zeggen hun naam. De verdachten worden door de rechters genoemd en komen één voor één naar voren. De drie advocaten van de medeverdachten zeggen hun naam, ik kan niet zien dat de twee advocaten van Ingabire hun naam zeggen, maar misschien heb ik het gemist.

We gaan beginnen met de vragen. Rechter Alice legt nog een keer uit dat het niet om een kruisverhoor gaat, de vragen zijn er alleen ter verduidelijking. Tevens wordt hieraan toegevoegd dat Edwards, nadat de vraag is gesteld, uit moet leggen wat het doel van de vraag is geweest. Tharcisse en zijn advocaat komen naar voren om plaats te nemen achter het katheder. Zijn advocaat zegt dat zij de vragen hebben uitgewerkt en op schrift hebben gesteld. Een kopietje van de antwoorden wordt verstrekt aan de rechters, de aanklagers en Edwards.

De eerste negen vragen gaan over de missie van Karuta naar Kinshasa. Karuta is één van de medeverdachten. De eerste vraag is: “When was the first time he has discussed his email correspondence between him and Ingabire with Karuta?” Het antwoord van Tharcisse is duidelijk. Met Karuta heeft hij hierover nooit gesproken. Dit is nog niet echt een spectaculair begin en Edwards wil dan ook gelijk door naar de vierde vraag. Maar de rechter wil eerst weten of hij tevreden is met het antwoord en waarom de vragen twee en drie niet worden gesteld. Hij zegt dat het antwoord het antwoord is en dat de vervolgvragen, zoals waar hebben deze gesprekken dan plaatsgevonden, niet meer van toepassing zijn, omdat het antwoord op de eerste vraag ontkennend is geweest.

Dan komt vraag nummer vier. “Prior to Karutas mission to Kinshasa how many times has he discussed this with him?” Tharcisse legt uit dat hij een order heeft gegeven aan Karuta om naar Kinshasa te gaan. Met hem heb ik nooit gesproken over mijn samenwerking met Ingabire. In Kinshasa heeft hij ontmoetingen gehad met leden van de FDU, de partij van Ingabire. Dan komt de eerste extra vraag van Edwards die niet op papier staat: “What was the purpose of the mission to Kinshasa?” Het doel was om fysiek contact te maken met leden van FDU.

Edwards heeft het intussen tot tweemaal toe over getuigen in plaats van medeverdachten, hij herstelt zich telkens gelijk wel weer, maar na de tweede keer komt het hem toch op een standje van de tweede vrouwelijke rechter te staan.

De vijfde vraag is aan de beurt. “Why did he decide to send Karuta in stead of himself?”.Als antwoord werd gegeven dat hij beschikbaar was, omdat hij op vakantie was, omdat hij de plaatselijke taal goed kent en omdat hij een Congolese identiteitskaart had. Edwards vervolgt met de vraag: “Was Karuta a Congolese citizen?” Hierop grijpt de advocaat van Tharcisse in. Hij vindt dat er geen extra vragen gesteld mogen worden. Hij zegt dat als Edwards niet alle vragen op papier heeft gezet, dat dat zijn fout is en nu niet alsnog met deze vervolgvragen moet komen. Deze keer komt Edwards er nog mee weg en rechter Alice zegt dat de vraag gewoon beantwoord moet worden. Tharcisse zegt dat hij al gezegd had dat hij een Congolese identiteitskaart had en daardoor zicht vrijelijk door Congo kon bewegen. Edwards vraagt door: “Did Tharcisse have freedom of movement in Congo himself?” Hierop wordt geantwoord dat hij hiermee geen problemen had, omdat ook hij een Congolese identiteitskaart had. Hij legt verder uit dat hij zelf niet kon gaan omdat hij toen nog in de commandostructuur van de FDLR zat en niet zo maar weg kon gaan op deze geheime missie.

De tweede vrouwelijke rechter komt weer aan het woord en zegt dat Edwards nu toch bezig is met een kruisverhoor en dat dat niet de bedoeling is. Als Edwards een andere mening is toegedaan, dan moet hij dat gewoon zeggen.

Het is tijd voor de zesde vraag. “What travel preparations were made for Karutas trip to Kinshasa?” Tharcisse zegt dat hem duidelijk is gemaakt wat zijn missie was, er is een vlucht geregeld en hij heeft een contactpersoon met bijbehorend telefoonnummer gekregen. Edwards wil meer duidelijkheid:  “Finding an air ticket. Where, when and how?” Dan komt de hele machinerie tot stilstand. Zelfs de mannelijke rechter komt in actie en vraagt wat het doel is van deze vraag. De tweede vrouwelijke rechter benadrukt dat hoewel ze schuld hebben bekend, ze toch onschuldig blijven totdat ze zijn veroordeeld en dat ze nu als getuigen worden behandeld en dat is niet de bedoeling.

Edwards probeert te verduidelijken. Hij zegt dat Ingabire wel in Kinshasa is geweest, maar dat zij daar Karuta nooit heeft ontmoet. Hij zegt dat hij de vragen stelt om meer weten te komen over het bezoek van Karuta een Kinshasa.

Dan is het tijd voor ingrijpen van de aanklagers. Volgens de hoofdaanklager moet de wet worden gerespecteerd en dat betekent dat er geen kruisverhoor mag plaatsvinden. Als Edwards heel veel nieuwe vragen heeft dan moet hij maar een nieuwe lijst maken. Tevens moet de ratio van de vraag duidelijk zijn, voordat hij gesteld mag worden. Edwards moet dus aangeven waarom de vraag gesteld wordt en pas daarna kan hij de vraag gaan stellen. De tweede vrouwelijke rechter voegt daaraan toe dat een rechtbank geen vragen kan stellen die ze zelf niet begrijpt, dus is het logisch Edwards eerst uitlegt wat de bedoeling van de vraag is.

Edwards spreekt zijn verbazing uit. Hij zegt dat hij eerst in de gelegenheid wordt gesteld om vragen te stellen, maar dat nu opeens moeilijk is, omdat de rechters de vragen niet begrijpen. Hij is tevens bang dat als hij het doel van de vraag eerst uitlegt, dat dit van invloed is op het antwoord van de medeverdachte. Ze zullen het gaan aanpassen. Edwards zegt nadat het antwoord op vraag over het boeken van de vlucht is gegeven hij zal toelichten waarom de vraag is gesteld.

Dan doet de advocaat van Tharcisse nog een duit in het zakje. Hij vindt dat er sprake is van kruisverhoor en dat zijn cliënt het recht heeft om niet te gaan antwoorden op de extra vragen. Eigenlijk heeft Tharcisse al te veel vragen beantwoord. In zijn optiek maakt Edwards misbruik van de vriendelijkheid van zijn cliënt.

Rechter Alice vat alles nog even samen. Ze zegt dat de wet voorschrijft dat de wet niet toestaat dat een vraag zonder ratio wordt gesteld. Dus eerst de uitleg en dan de vraag. De aanklagers knikken instemmend bij het horen van deze woorden.

Edwards begint aan zijn uitleg. Volgens de verdediging van Ingabire heeft zij Karuta nooit ontmoet in Kinshasa. Sterker nog, ze heeft geen van de vier medeverdachten ooit ontmoet in Kinshasa of Brazzaville. Hij geeft verder aan dat hij geen idee heeft of Karuta ooit in Kinshasa is geweest, maar dat hij zeker nooit in contact is geweest met Ingabire. Dit heeft zij altijd beweerd, zowel tijdens de ondervragingen als in de rechtszaal. Door vragen te stellen wil hij proberen om de waarheid te achterhalen. Hij sluit zijn pleidooi af door te zeggen dat als de medeverdachten geen antwoord wil geven, dat hij dan verder zal gaan met de volgende vraag.

Tharcisse komt aan het woord. Hij geeft aan dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de 76 vragen op papier gezet moesten worden. Hiermee werd het nadeel voor de medeverdachten opgeheven. Door nu allerlei extra vragen met allerlei valkuilen spontaan te gaan beantwoorden zou er weer een groot nadeel ontstaan. Het is duidelijk dat hij deze vraag niet gaat beantwoorden. Het waar, wanneer en hoe van het regelen van de vlucht zullen wij nooit gewaar worden.

Tijdens de pauze spreek ik even met een mevrouw die aanwezig lijkt te zijn bij het proces. Zij heet Boniface en is secretaris van de FDU, de partij van Ingabire. Ze schrijft ook dagelijks een stukje over de voortgang van het proces.

Na de pauze gaan we door met vraag zeven. “Did Karuta use his real name when he went to Kinshasa?” Als antwoord wordt gegeven dat de naam gebruikt is die op de identiteitskaart is vermeld. Welke naam dat is, is niet bekend bij Tharcisse.

Ik kijk om me heen en constateer dat er maar liefst vijf muzungo’s in de zaal zitten. Twee Amerikaanse journalisten die voor Franse persbureaus werken, een collega van Nicholas namens Amnesty International, een vertegenwoordiger van de Britse ambassade en ondergetekende. Even later komt de Britse High Commissionar Ben Llewellyn-Jones zelf ook nog achterin de zaal zitten.

Vraag acht volgt dan al snel. “Was the mission considered a succes?” De missie is in zo verre geslaagd dat Karuta contact heeft gelegd met leden van de FDU. Edwards vraagt verder:  “Could the mission have been more of a succes?” Tharcisse legt uit dat door omstandigheden Karuta veel later is aangekomen dan gepland met als gevolg dat er wel een ontmoeting is geweest, maar geen overleg.

Dan begint Edwards een heel betoog als opmaat voor een aanvullende vraag. Hij vindt het zeer onplausibel dat Karuta deze hele reis heeft gemaakt alleen om fysiek contact met mensen van de FDU. Oorspronkelijk zou hij op 12 februari 2008 gaan vliegen, maar door omstandigheden is dat pas vijf dagen later daadwerkelijk gebeurd. Het lijkt hem zeer onwaarschijnlijk dat al dat geld is besteed, al reizend op een valse identiteitskaart, voor een vluchtige ontmoeting. Hij vermoedt dat er andere redenen zijn geweest voor de reis, die niet zijn verteld door de medeverdachte. En als hij niet de hele waarheid heeft verteld, wordt de rest van zijn verhaal ook niet geloofwaardig. Edwards daagt vervolgens de rechters uit om door te gaan vragen over deze onduidelijkheden. Volgens de Rwandese wet mag hij die vragen niet stellen, maar de rechtbank wel.

De rechters gaan hierop in en vragen Tharcisse om uitleg. Hij zegt dat hij de opdracht voor de missie via de telefoon aan Karuta heeft gegeven, omdat ze fysiek niet op dezelfde plek waren. Hij heeft hem een order gegeven om fysiek contact te leggen met de FDU. Hij krijgt de lachers op zijn hand als hij zegt dat in militaire kringen de term ‘physical contact’ eigenlijk het uitwisselen van kogels betekent. Hij heeft Karuta opdracht gegeven om naar Goma te gaan om daar Dieudonne te ontmoeten, die zou gaan zorgen voor de verdere voorbereiding. In verband met het risico van afluisteren is in code gesproken tijdens het telefoongesprek. Het boeken van de vlucht is vervolgens geregeld door Dieudonne. Ook het invullen van de verdere details was in handen van Dieudonne. Hij sluit zijn verhaal af dat de verdediging van Ingabire maar moet aantonen dat zij geen ontmoeting hebben gehad.

Plotseling gaat er luid een telefoon af in de zaal. Een vrouw stapt op, pakt haar telefoon uit haar tas en wil naar buiten lopen om deze te gaan beantwoorden. Dat valt niet in goede aarde bij Alice. Zij sommeert de vrouw om naar voren te komen om haar telefoon in te leveren bij de rechters. Daarna begint ze een heel betoog over de gebrekkige ‘security’. Alvorens ze in staat is om de telefoon uit te schakelen, gaat deze nog een keer af. De zaal kan de humor van dit incident wel inzien. Dit geeft mij de gelegenheid om aan Nicholas te vragen wie Dieudonne is. Het blijkt ook een van de medeverdachten te zijn. Dat moet dan een pseudoniem zijn, want deze naam staat niet op de lijst van de vier medeverdachten.

Na de korte onderbreking vraagt Edwards aan de rechters: “Does the court have any questions on his knowledge of information given by Dieudonne to Karuta in Goma?” Voor het eerst tijdens deze sessie komen er wat meer details boven water, dus ik ben wel benieuwd hoe het verder zal gaan. De twee vrouwelijke rechters, en deze keer ook een beetje de mannelijke, smoezen minutenlang met elkaar. Blijkbaar weten ze hier ook niet zo goed raad mee. Dan valt het besluit om de ochtendsessie vroegtijdig te sluiten. Het is nog maar kwart over twaalf.

Na afloop legt Edwards dat het zijn doel is om de rechters te dwingen om ofwel door te gaan vragen omtrent onduidelijkheden in de verklaringen van de medeverdachten of om heel duidelijk aan te geven dat ze dat niet willen doen.
Vanwege tijdsdruk was al besloten om ’s middags door te gaan, dus de sessie zal om twee uur worden hervat. Ik heb een andere afspraak, die laat ik dus aan mij voorbij gaan. Ik ga nog wel even lunchen in Shokola Lite met Nicholas, zijn collega en de twee Amerikaanse journalisten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten